maandag 1 oktober 2007

Wennen..

Het wennen van de kinderen aan het kindercentrum:
Voor het eerst naar het kindercentrum is even 'wennen' voor heel wat ouders en kinderen. Ieder kind en iedere ouder reageert weer anders op de nieuwe omgeving. Sommige kinderen komen binnen, zien hun ouders niet meer en genieten volop. Andere kinderen zijn heel kort of heel lang verdrietig. Ook ouders reageren verschillend op het wennen. Zij kunnen het geen punt vinden en hun kind meteen met een gerust hart achterlaten. Ze kunnen ook wel huilend de deur uit gaan bij het afscheid nemen.

Het wennen, wat speelt een rol?
Eenkennigheid en de daarmee gepaard gaande scheidingsangst kunnen problemen bij het wennen in een kindercentrum geven. De eenkennigheidsfase van baby's begint zo ongeveer bij 6 à 7 maanden. Na die tijd kan het wennen een probleem worden. De eenkennigheidsfase is een ontwikkelingsfase van kinderen. Het kind gaat het verschil zien tussen de vaste verzorger een een vreemde. Bij het zien van een vreemde kan een kind gaan huilen, angstig worden en wegkruipen bij de vaste verzorg(st)er. Dit maakt het wennen natuurlijk niet gemakkelijk. Niet ieder kind heeft dit. Het beste is het wanneer het kind geplaatst wordt voordat de Zenkennigheidsfase begint. Het wennen van jonge baby's gaat vaak snel. Oudere kinderen hebben vaak wat meer tijd nodig. Het is bekend dat kinderen vanaf 8 maanden heftig reageren op scheiding van hun ouders en dat het niet ongewoon is dat kinderen 4 weken nodig hebben om zich helemaal vertrouwd te voelen in een kinderdagverblijf.
Ook bij peuters speelt eenkennigheid en angst voor scheiding van de vaste verzorg(st)ers een rol. Deze angst is meestal op te lossen. Aan peuters kun je vertellen dat de ouder weer terugkomt. Peuters hebben al een vast beeld gevormd van hun vaste verzorgers en daardoor meer basiszekerheid gevormd. Peuters zijn nauwelijks in staat hun gevoelens onder woorden de brengen. Hoe ze het wennen beleven moet je vaak afleiden uit hun gedrag. Het kind klampt zich bijvoorbeeld vast aan de ouder als deze weg wil gaan. Het kind gaat huilen bij het afscheid nemen en blijft daarna lange tijd verdrietig. Het kind durft de ruimte en het speelgoed niet te verkennen, is bang voor de andere kinderen.
Naast eenkennigheid spelen er nog meer factoren een rol bij wenproblemen. Het is belangrijk om per kind goed te bekijken wat er aan de hand is, en hoe je kunt helpen. Belangrijk is het ook om van de ouder te horen hoe het kind thuis heeft gereageerd. Was het moe of onrustig? Het is een samenspel van ouders, leidster en kind.
Sommige ouders hebben moeite om hun kind achter te laten in het dagverblijf of de peuterspeelzaal, omdat ze er zelf eigenlijk (nog) niet helemaal achter staan. Ze zijn er nog onzeker over en daardoor onvoldoende gemotiveerd. Dit voelen kinderen zeer goed aan.

Geen opmerkingen: